Vraag je je af waarom onze moderne trams wel op de ene, maar niet op de andere lijn rijden? Waarom je soms verschillende types tram op een lijn ziet verschijnen of oudere trams altijd op dezelfde lijn? En zijn die oude trams nog niet aan vervanging toe? Lees dan zeker verder, deze blogpost is voor jou.
De keuze welke soort voertuigen we op welke lijnen inzetten, hangt af van een grondige afweging van een hele reeks criteria.
Welke lijnen
Van essentieel belang is het aantal reizigers dat de betrokken lijn neemt. Elk type tram heeft immers zijn maximale capaciteit en moderne voertuigen kunnen veel meer reizigers vervoeren dan oudere trams.
Zo telt een PCC 7700, ons oudste type tram, 113 plaatsen, een T3000 180 plaatsen en een T4000 252 plaatsen. Je begrijpt meteen dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de rittenaantallen van een lijn, het aantal beschikbare plaatsen en dus het type voertuig.
Wat ook meespeelt: is de lijn in kwestie een zogenaamde “structurerende” of zeer belangrijke lijn die cruciale delen van de stad bedient? Kunnen we een hoge mate van comfort verzekeren via voertuigen met grote capaciteit en lage vloer die voornamelijk in eigen bedding rijden en dus geen last hebben van files, zodat we een hoge frequentie kunnen garanderen?
Aangepaste infrastructuur
Tot slot is er nog één cruciale factor. Kan de moderne, grote tram overal passeren? Zijn de perrons lang genoeg en is de spoor- en weginfrastructuur overal aangepast? Zo zijn de trams van de jongste generatie bijvoorbeeld breder en kunnen ze mekaar niet overal kruisen. Dat betekent dat we op sommige plaatsen de sporen verder uit mekaar moeten leggen, de palen van de bovenleiding verplaatsten en dus de weg helemaal opnieuw aanleggen, mogelijk met schrappen van parkeerplaatsen, etc.
Daluren
Al die redenen samen maken dus dat onze oudste trams van het type T7700 en T7900 momenteel rijden op de lijnen 39, 44, 51, 81, 93 en 97. En de meest recente T3000 en T4000 bijvoorbeeld op de grote lijnen 3, 4 en 7.
Wil dat zeggen dat je daar nooit een moderne tram kan zien? Gelukkig niet. Als de infrastructuur het toelaat zetten we onze trams daar in tijdens minder drukke periodes, zoals het weekend, feestdagen en de schoolvakanties. Er zijn dan meer recente voertuigen beschikbaar en daar profiteren we van. Er blijven dan meer oude trams in de stelplaats.
Hoe lang zullen de oudste trams nog rijden?
Een exacte datum kunnen we nog niet geven. Veel hangt af van de ontwikkeling van ons net en de beslissingen die genomen worden over de uitbreiding ervan. Op dit moment hebben we nog alle trams nodig om iedereen te kunnen vervoeren en de huidige frequentie te verzekeren.
60 nieuwe trams
Het goede nieuws is dat we in 2018 een raamovereenkomst hebben afgesloten voor aankoop tot 175 nieuwe trams, waarvan we er al 60 effectief hebben besteld. Het gaat om 49 T3000 en 11 T4000. We noemen die trams van het type TNG of Tram New Generation. Dankzij deze nieuwe voertuigen krijgen in de toekomst meer lijnen moderne trams, met meer capaciteit en comfort. De komst betekent ook een herverdeling en het uit dienst nemen van een deel van de oudere trams.