Sinds haar oprichting op 1 januari 1954 is de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB) uitgegroeid tot een essentiële pijler in de dagelijkse mobiliteit van de Brusselaars. Dit jaar vieren we 70 jaar inzet voor de mobiliteit in Brussel. Blik terug op de geschiedenis van de MIVB, test je kennis in onze quiz en win MIVB-prijzen.
- Eerst te paard, dan met de tram
- 1 januari 1954: geboorte van de MIVB
- De jaren 1960: ondergronds verovering
- De jaren 1970: tussen optimisme en crisis
- De jaren 1980: disco en metro
- De jaren 1990: regionalisering
- De jaren 2000: eeuwwisseling en vooruitgang
- De jaren 2010: informatie
- Vandaag en morgen: veranderd mobiliteitslandschap
- Sociale, economische en ecologische impact
- Quiz 70 jaar MIVB
- Podcast geschiedenis Brussels openbaar vervoer
Eerst te paard, dan met de tram
In 1835 wordt de eerste spoorlijn aangelegd tussen Brussel en Mechelen. De bevolking ziet dit al snel als een kans om zich sneller en verder te verplaatsen. In de stad is er nood aan kortere afstanden. Er verschijnen verschillende privé-omnibusmaatschappijen in Brussel, met door paarden getrokken voertuigen op verschillende routes.
Maar de paarden en vooral de kasseien van Brussel maken dit al snel een minder optimaal vervoermiddel. De tram, rechtstreeks uit New York, doet zijn intrede in 1869 tussen de Naamse Poort en het Terkamerenbos. De trams, nog steeds getrokken door paarden, vervangen geleidelijk de “omnibussen”. In 1875 fuseren de maatschappijen Maurice en Vaucamps tot de Tramways bruxellois.
Net voor de 20e eeuw vervangt elektriciteit geleidelijk de paarden. In 1921 is het tramnet volledig elektrisch. Begin jaren 1900 doen ook de bussen discreet hun intrede. Pas na de Tweede Wereldoorlog breekt de bus echt door.
1 januari 1954: geboorte van de MIVB
De Belgische Staat, de Provincie Brabant, 21 Brusselse gemeenten en de nv Tramways bruxellois slaan de handen in elkaar en richten de MIVB op. In 1955 neemt de MIVB de Autobus bruxellois over en in 1956 ziet de eerste “MIVB”-buslijn het levenslicht. Lijn 49 rijdt van Bockstael naar het Zuidstation.
In 1955 baat de MIVB een spoornet uit van 246 kilometer lang, goed voor 60 tramlijnen. Ze telt ook een lijn met trolleybussen en 3 gewone buslijnen. Om aan de vraag naar 8 extra buslijnen te voldoen, bestelt de MIVB 60 nieuwe bussen. Eind 1956 is het net bijna verdubbeld tot 483,6 kilometer.
In 1958, het jaar van de Wereldtentoonstelling, blaast de MIVB 4 kaarsjes uit. Ze haalt alles uit de kast om dit groots evenement voor te bereiden: ontwikkeling van het spoornet, de eerste eigen trambeddingen (Grote Ring en Louizalaan), de eerste tramtunnel aan het Zuidstation en een tramstation aan de Heizel.
De jaren 1960 : ondergrondse verovering
De jaren 1960 staan in het teken van het succes van de auto. Een trend die je ook terugziet in het openbaar vervoer met de bus die de bovenhand neemt op de tram. Het is tegelijk de geboorte van een fenomeen dat ook vandaag nog zorgen baart: files. De MIVB besluit daarom ondergronds te gaan. Ze kijkt ver vooruit, want de tunnels worden meteen gebouwd op maat van de metro.
Die ondergrondse ontwikkelingen zorgen voor een volledige reorganisatie van het bovengronds net. De afschaffing van kleine lijnen te voordele van 2 grote centrale assen verstoort de gewoonten van de reizigers, die minder talrijk worden. In december 1968 huldigt Koning Boudewijn het eerste stuk van de premetro in, tussen De Brouckère en Schuman.
De jaren 1970 : tussen optimisme en crisis
Op 20 september 1976 huldigt Koning Boudewijn de metro in. De eerste Brusselse metrolijn is 11 kilometer lang, heeft een gemeenschappelijk deel tussen De Brouckère en Merode en splitst in 2 “antennes”: één richting de Tervurense Poort en het zuidoosten (Beaulieu) en één naar het noordoosten van de stad (Tomberg).
De economische crisis slaat toe en ook de MIVB moet besparen. De job van ontvanger verdwijnt en de eerste ontwaarders en verkooppunten verschijnen op het net. In 1978 zit de MIVB in slechte financiële papieren en koopt de overheid de overblijvende aandelen van de nv Tramway bruxellois. De MIVB is nu volledig in handen van de staat.
De jaren 1980: disco en metro
De metro breidt uit om van 11 kilometer en 16 stations in 1976 te groeien naar 24 kilometer en 38 stations in 1986. In 1988 wordt de premetrolijn van de Kleine Ring omgevormd tot een volwaardige metro.
Het net evolueert ook bovengronds. Hij zijn voortaan de reizigers zelf die de deuren van de tram kunnen open doen met een zwarte knop aan de binnenkant en een groene, rubberen strook aan de buitenkant. De busvloot moderniseert met de komst van gelede bussen in 1985 en de eerste bussen van het Belgische Van Hool in 1986.
De jaren 1990: regionalisering
In 1989 komt de MIVB onder de voogdij van het gloednieuwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De MIVB en het Gewest ondertekenen 2 jaar later het eerste beheerscontract, dat de respectievelijke doelstellingen en verantwoordelijkheden vastlegt. Het voorziet een hele reeks maatregelen om reizigers terug te winnen. Het is meteen de gelegenheid om het merk MIVB nieuw leven in te blazen: ze kiest voor blauw en kanariegeel als kleuren en krijgt een nieuw logo.
De MIVB kiest resoluut voor vernieuwing. In 1994 installeert ze de eerste « Infodyn »-panelen in de metro. Zij geven dynamische informatie over de wachttijden. In datzelfde jaar doen de eerste lagevloertrams hun intrede, de T2000.
In 1998 rijdt de metro voortaan tot in het station Koning Boudewijn en wordt metrostation Heizel ingehuldigd, terwijl aan de andere kant van het gewest de eerste steen wordt gelegd van de verlenging van de metro naar Erasmus. In 1999 lanceert de MIVB haar eerste website, haar eerste stap in de digitale wereld.
De jaren 2000 : eeuwisseling en vooruitgang
Tussen 2000 en 2006 volgt de ene nieuwigheid de andere op. De MIVB koopt kleinere midibussen voor lokale bediening van residentiële wijken. Ze lanceert in 2003 JUMP, een ticket dat geldig is op zowel de netten van de MIVB als die van de NMBS, De Lijn en TEC. In 2008 is de MIVB de eerste van de 4 Belgische operatoren die de MOBIB-kaart in gebruik neemt. Ze lanceert met de N71 ook de eerste nachtbus, net als 4 nieuwe metrostations (Erasmus, Eddy Merckx, CERIA en Het Rad), 140 nieuwe bussen en de eerste wachttijdaanduiders.
Tegelijk verschijnen nieuwe generaties voertuigen op het net: de 32 meter lang tram T3000, en zijn 43 meter lange grote broer T4000. Deze voertuigen zijn comfortabel, toegankelijk en milieuvriendelijk. De hele vloot krijgt een nieuwe look: geel en blauw maken plaats voor zilver, brons, goud en leder. Vanaf 2008 glijdt de Brusselse boa door de metrotunnels. De nieuwe metro betekent een kleine revolutie. Geen aparte wagons meer want je kan nu door het stel wandelen van begin tot einde.
De jaren 2010 : informatie
In 2010 lanceert de MIVB de mobiele website m.mivb.be en een app voor Android en iPhone. Eind 2013 hoor je in alle bussen audio-aankondigingen. Bij het begin van dit decennium investeren we ook fors in de aanwezigheid op sociale media om snel te kunnen antwoorden op vragen van reizigers… en af en toe een grapje te maken.
Helaas worden de jaren 2010 ook getekend door 22 maart 2016, de aanslagen in Brussel. Die staan voor altijd gegrift in ons geheugen. Elk jaar herdenken we de slachtoffers. We vergeten ze nooit…
Maar samen doorstaan we die beproeving. Het net groeit en in 2018 verwelkomen we de eerste hybride en elektrische bussen. Datzelfde jaar krijgt het Brusselse busnet er 6 nieuwe lijnen bij en wijzigen er 30! En we huldigen de nieuwe tramlijnen 8 en 9 in.
Vandaag en morgen: veranderd mobiliteitslandschap
70 jaar later is het openbaar vervoer in Brussel grondig veranderd.
In 2024 telt de MIVB:
- 4 metrolijnen
- 18 tramlijnen
- 55 buslijnen
Sociale, economische en ecologische impact
De MIVB heeft een grote impact op het dagelijkse leven van de Brusselaars. Het openbaarvervoersnet bevordert de sociale cohesie door wijken dichter bij elkaar te brengen, de toegang tot onderwijs te vergemakkelijken en de economische activiteit langs de lijnen te stimuleren.
En morgen? Het net van de MIVB breidt uit! Nieuwe lijnen zijn gepland of in aanbouw. Het is de bedoeling om onze reizigers een snelle en vlotte toegang te bieden tot alle wijken van het Brussels gewest.
Een regio die steeds duurzamer wordt, net als de MIVB. Onze busvloot bestaat voor 90% uit hybride en elektrische voertuigen. In de komende jaren wordt dit 100% elektrisch. Het doel van de MIVB is duidelijk: haar ecologische voetafdruk in de stad verkleinen en tegelijk een efficiënte vervoersdienst aanbieden
Wedstrijd 70 jaar MIVB
Podcast geschiedenis Brussels openbaar vervoer
Beluister onze podcast en kom meer te weten over de geschiedenis van de MIVB:
- Lijn 150 #1 – Van straatomnibus tot elektrische bovenleiding
- Lijn 150 #2 – Het interbellum
- Lijn 150 #3 – De tram krijgt concurrentie
- Lijn 150 #4 – De tram, levendiger dan ooit
- Lijn 150 – Bonus 1 – De Brusselse trams tijdens de Tweede Wereldoorlog
- Lijn 150 – Bonus 2 – De vergeten trolleybussen