Tijdens de Eerste Wereldoorlog kregen sommige van onze trams een wel heel bijzondere functie. Ze werden tijdelijk omgebouwd tot rouwwagens. 

Op de site van het lokale archiefpatrimonium binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan je lezen waarom onze trams werden omgevormd tot lijkwagens. De massale opvordering van paarden voor het front had onverwachte gevolgen voor het dagelijkse leven van de Brusselaars: doodskisten konden niet meer vervoerd worden. Daarom kwam de Société des Tramways bruxellois met een ongebruikelijke oplossing. Ze stelde voor om vijf trams om te bouwen tot rouwwagens! Ze konden tot vier doodskisten vervoeren en werden voortgetrokken door gewone trams, die op hun beurt de familie en vrienden van de overledene konden vervoeren.

Rouwtrams in Sint-Gillis en Brussel

In juni 1917 werd de rouwtram ingezet op de sporen dichtbij het lijkhuis en de kerk van Sint-Gillis. In Brussel worden de rouwtrams pas in 1918 gebruikt. Tussen het Sint-Joostplein, waar de lichamen worden opgehaald, en het kerkhof van Evere waren er heen en terug 40 minuten nodig.

Deze 40 minuten waren goed voor:

• de rit van de kist naar de finale bestemming
• plaatsen van de kist in het graf
• de begrafenis
• de terugkeer naar het plein

Op 1 januari komt een einde aan het bestaan van de rouwtrams.