Brussel is een van de meest beboste steden van Europa. Je vindt er een grote variëteit aan bomen, ook langs ons tramnet. In de herfst betoveren deze bomen onze reizigers met hun prachtig kleurenpalet. Heel erg mooi om zien, maar de herfst kan ook voor gevaar zorgen. Regen en mist zorgen voor verminderde zichtbaarheid, en dode bladeren die op onze sporen vallen maken de weg en sporen gevaarlijk glad. Waarom dat voor jou van belang is? We leggen het jou uit.
De remafstand van onze trams
In de herfst daalt de temperatuur. Het regent vaker, er vormt zich mist en de duisternis valt sneller in. Kortom, de zichtbaarheid vermindert. Bovendien vallen er veel dode bladeren op de grond, die de wind op een hoop blaast. Het is een tijd waarin zowel onze bestuurders als onze reizigers extra voorzichtig moeten zijn.
De wielen van onze trams drukken de opgehoopte dode bladeren op onze sporen namelijk samen. En dat zorgt voor een soort film, een brij die de sporen heel glad maakt, zeker bij na regenval. Op droge dode bladeren rijden en remmen, zorgt dan weer voor rook. In beide gevallen heeft de tram veel minder grip en duurt het langer voor hij stilstaat.
Dit is een moeilijke periode voor onze bestuurders. Het is dan ook belangrijk onze reizigers en andere, vooral zwakkeweggebruikers te sensibiliseren voor dit onderwerp. Onze jongste campagne herinnert er je dan ook aan dat de tram altijd voorrang heeft!
Die voorrang is er niet zomaar. Een tram heeft metalen wielen die rijden op metalen sporen en heeft, zelfs zonder dode bladeren, een veel langere remafstand dan een voertuig op rubberen banden. Zo heeft een tram die 40 km/u rijdt, ongeveer 40 meter nodig om te kunnen stoppen. Bij regen of met dode bladeren op de sporen loopt die afstand nog verder op. Bovendien kan een tram, in tegenstelling tot andere voertuigen, niet uitwijken als er plots iemand voor zijn tram opduikt.
Jacht op de dode bladeren
De MIVB kan rekenen op een aantal speciale voertuigen in haar jacht op de dode bladeren. ’s Nachts, wanneer de gewone trams in de stelplaats staan, rijdt tram 7055 uit. Deze tram trekt een machine voort die water onder hoge druk op de sporen spuit. Zo reinigt ze de sporen en verwijdert dode bladeren. Deze tram rijdt overigens vooral op lijnen 7, 8, 19, 39, 44, 82 en 93. Dit zijn de meest “beboste” sporen en hebben dus het meest te maken met dit fenomeen.
Trouwens, onze trams T3000 en T4000 detecteren het als ze minder grip hebben en strooien automatisch zand voor hun wielen. Dat zorgt voor meer grip van de wielen op de sporen en een kortere remafstand, zelfs als er intussen dode bladeren zijn gevallen. Bij de oudere trams, of als de bestuurder voelt dat hij minder grip heeft, kan hij ook zelf beslissen zijn tram zand te laten strooien.
We kunnen ook rekenen op de hulp van Net Brussel. In samenwerking met hen, bekijken we of er ook overdag moet tussengekomen worden. Net Brussel kan dan snel in actie schieten om de sporen vrij te maken die bedekt zijn met dode bladeren.
Beperkte zichtbaarheid
De herfst is ook dè periode waarin de zichtbaarheid beperkt kan zijn. Schemering, al dan niet in combinatie met regen… Of erger nog: mist! Plots opduikende en verstrooide reizigers zijn een nachtmerrie voor een trambestuurder. Hij kan onmogelijk uitwijken en moet rekening houden met een lange remafstand. Onze bestuurders krijgen er helaas vaak mee te maken: een voetganger die al wandelend op zijn smartphone kijkt, een fietser die nog net voor de tram oversteekt of iemand die bij regenweer zijn kap opzet en zo nauwelijks ziet wat er zich links of rechts van zich afspeelt… Stel je eens voor dat jij in de stuurpost van een tram zit met de wetenschap dat je niet kan uitwijken en niet op enkele meters stilstaat?
Trambestuurder Yassine stuurde ons daar onlangs een bericht over. Hij maakte zich ongerust. “Kunnen jullie de reizigers vragen extra waakzaam te zijn? Er is de laatste tijd veel mist en de mensen zien de tram niet aankomen. Als bestuurder lopen de rillingen dan zo over je rug. Er werd over niet anders gesproken in de stelplaats.”
Goed opletten dus!
Wist je dat?
We sensibiliseren niet alleen via campagnes, maar nemen ook tal van andere maatregelen. Zo krijgen tramsbestuurders een uitgebreide opleiding, met extra aandacht voor defensief rijden en ongevallenpreventie. Bovendien wordt systematisch gebruik gemaakt van waarschuwingssignalen bij elke aankomst op en elk vertrek aan een halte, en worden op ongevalgevoelige plaatsen aanpassingen aangebracht. Het gaat dan om duidelijke wegmarkeringen, zwaailichten, speciale oversteekplaatsen voor voetgangers, etc.
